Als makelaar zie ik het steeds vaker gebeuren: eigenaren van huurwoningen of huurappartementen kloppen bij mij aan voor advies. Geconfronteerd met steeds meer huur-regelgeving besluiten zij vaak om, als een huurder de huurwoning opzegt, geen nieuwe huurder meer te zoeken maar het pand te verkopen. Dit leidt tot een fenomeen dat inmiddels bekend staat als de ‘uitpondtsunami’. Wat betekent dit voor de huurmarkt? Een ding is zeker: het aantal huurwoningen neemt zienderogen af, terwijl de vraag alleen maar groeit.
Klaas Knot slaat de spijker op zijn kop
Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, zei het treffend: ‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.’ De Wet betaalbare huur van voormalig minister De Jonge blijkt een averechtse uitwerking te hebben. Huurprijzen stijgen en het aantal beschikbare huurwoningen daalt. Als makelaar sta ik dagelijks middenin deze problematiek. De cijfers liegen er niet om, zoals de NVM ook benadrukt: sinds de invoering van deze wet is er al ruim drie jaar een dalende lijn in het aantal nieuwe verhuringen.
De menselijke kant van de cijfers
De gevolgen van de huidige huurmarktregelgeving zijn schrijnend. Jonge mensen blijven noodgedwongen thuis wonen, gescheiden stellen kunnen niet uit elkaar en ondernemers zien hun pensioen verdampen. Voor veel verhuurders wegen de voordelen van verhuur niet meer op tegen de nadelen, waardoor zij besluiten hun panden te verkopen. Elke uitgeponde woning verdwijnt echter voorgoed van de huurmarkt. Dit is een verontrustende trend die meer aandacht verdient.