In mijn jaren als makelaar heb ik de sleutels overhandigd aan een breed scala aan nieuwe huiseigenaren: van enthousiaste jonggehuwden tot gelukkige gepensioneerden die eindelijk hun droomhuis vonden. Echter, een demografische groep waarvoor de champagne steeds minder vaak wordt ontkurkt, zijn de jonge mensen. Het lijkt erop dat de vastgoedmarkt steeds ontoegankelijker wordt voor hen, een ontwikkeling die behoorlijk zorgwekkend is.
Oorzaken
Het is een pijnlijk duidelijk fenomeen; de huizenprijzen zijn in een razend tempo gestegen, terwijl de lonen voor de meeste beroepen niet evenredig zijn meegegroeid. De flexibele arbeidsmarkt heeft geresulteerd in minder zekerheid en lagere lonen voor de jonge beroepsbevolking, wat het lastig maakt om te voldoen aan de criteria voor een hypotheek. Tel daarbij op de strengere hypotheekeisen en de torenhoge studieschulden die velen meedragen, en je hebt een bijna onoverkomelijke barrière voor de jonge generatie. En huurprijzen zijn zo extreem gestegen dat sparen voor een huis een onmogelijke taak lijkt.
Willen we dit?
We moeten ons als samenleving de vraag stellen: is dit de toekomst die we willen? Een toekomst waarin alleen de financieel bevoorrechten zich de luxe van een eigen huis kunnen permitteren, terwijl dat voor een groot deel van de jongere generatie niet meer is weggelegd…
En de makelaar?
Nu wil ik even een misverstand uit de wereld helpen. Sommigen beschouwen makelaars als degenen die de oorzaak zijn van deze situatie, maar het probleem is veel gelaagder en complexer dan dat. Makelaars opereren binnen de marktcondities die worden gecreëerd door een combinatie van economische factoren, overheidsbeleid, en consumentengedrag. Wij maken de markt niet; wij faciliteren de koop en verkoop van huizen op basis van de huidige omstandigheden en van vraag en aanbod.